Anciënniteitsverlof
Afhankelijk van het aantal dienstjaren heeft elke erkende havenarbeider van het algemeen contingent recht op anciënniteitsverlof.
vanaf 5 t.e.m. 9 jaar dienst | 1 dag |
vanaf 10 t.e.m. 14 jaar dienst | 2 dagen |
vanaf 15 t.e.m. 19 jaar dienst | 3 dagen |
vanaf 20 t.e.m. 24 jaar dienst | 4 dagen |
vanaf 25 t.e.m. 29 jaar dienst | 5 dagen |
vanaf 30 t.e.m. 34 jaar dienst | 6 dagen |
vanaf 35 t.e.m. 39 jaar dienst | 7 dagen |
In het jaar waarin de 5 jaar anciënniteit bereikt wordt, wordt het anciënniteitsverlof reeds toegestaan.
De volgorde waarin betaald verlof en anciënniteitsverlof opgenomen wordt tijdens het jaar is de vrije keuze van de havenarbeider.
Anciënniteitsverlof is niet overdraagbaar naar het volgend jaar behalve wanneer een havenarbeider het anciënniteitsverlof niet kan opnemen omwille van een periode arbeidsongeschiktheid (ziekte of arbeidsongeval) tot het einde van het jaar, dan mag het recht éénmalig overgedragen worden naar het volgend jaar.